Ina Gaus
Kunstzinnig therapeut en Davis dyslexie counseler
Ina Gaus is keramiste als ze in 2002 afstudeert aan Academie de Wervel als kunstzinnig therapeut, beeldend. Ruim een jaar later hoort ze over Davis Counseling: een intensieve methode voor dyslectische mensen die bij alle leerprocessen is toe te passen. Ze doet de opleiding en merkt dat deze vorm kinderen met dyslexie daadwerkelijk helpt. Een passie is geboren.
Ze is al 70 jaar maar weet nog van geen ophouden: 'Dit vak is te mooi om mee te stoppen.'
'Tijdens mijn stage en na mijn opleiding werkte ik op twee scholen voor Speciaal Basisonderwijs in Haarlem. Ik merkte dat kunstzinnige therapie veel deed voor kinderen met dyslexie: ze werden emotioneel sterker en durfden hun vinger op te steken in de klas. Hun zelfvertrouwen groeide. Echter, de dyslexie problemen bleven: op hun rapport veranderde niks. Het viel mij op dat deze kinderen leren via waarneming. Om inzicht in dat proces te krijgen en om ze beter te kunnen begeleiden, deed ik de opleiding tot Davis-counselor en paste de methode toe in mijn therapie. Al snel zag ik resultaat bij de kinderen. Tijdens die opleiding kwam ik er tevens achter dat ik zelf een beelddenker ben en vielen dingen opeens op hun plek. Vroeger dacht ik altijd dat ik dom was, als ik iets niet begreep. Nu weet ik dat ik anders leer. Beelddenkers nemen informatie op een andere manier tot zich dan niet-beelddenkers. Doordat scholen daar niet op ingesteld zijn, kunnen ze moeilijk meekomen en ontstaan er zowel leer- als emotionele problemen.
"Dat klopt ook, alleen willen beelddenkers hun eigen plaatjes maken."
Dat ik geen dyslexie heb ontwikkeld, komt doordat rekenen en taal vroeger op een andere manier werd geleerd. Door simpel stampwerk bijvoorbeeld: 1 x 2 = 2, 2 x 2 = 4 etc. De hele school galmde ervan. De sommen stonden netjes uitgeschreven op het bord waardoor ik ze kon inprenten en ze als beeld kon archiveren in mijn hoofd. Dus als je mij vraagt, wat is 7 x 6? Dan kijk ik even omhoog omdat ik moet zoeken in die zelf aangelegde kaartenbak. Verder lag het werktempo veel lager. Tegenwoordig ligt het tempo hoog en leren ze rekenen uit boekjes die vol staan met plaatjes en tekst. Dat weet ik omdat ik met de kinderen die hier komen, opdrachten uit die boeken maak. Er staat informatie boven de plaatjes en in de plaatjes en pas als je dat hebt ontleed, kun je de som gaan uitrekenen. Dat is gewoon niet te doen. Zeker niet voor een beelddenker. Dat klinkt misschien tegenstrijdig, omdat je denkt dat een beelddenker juist wat heeft aan plaatjes. Dat klopt ook, alleen willen beelddenkers hun eigen plaatjes maken. Op die manier prenten ze het zichzelf in en onthouden ze het ook. Ze maken het zich eigen. Met voorgekauwde beelden kunnen ze helemaal niks. Op school heet dit realistisch rekenen.
Met de kinderen die bij mij komen, doe ik verschillende oefeningen afhankelijk van de hulpvraag van het kind. Maar bij kinderen met dyslexie is het altijd een combinatie van kunstzinnige therapie en de Davis-methode. De eerste helpt bij emotionele problemen zoals faalangst én bij het versterken van het zelfvertrouwen. Het is een beeldende therapie die op het middengebied werkt. Op het gevoel. Kunstzinnige oefeningen die ik bijvoorbeeld gebruik zijn geometrie voor focus en concentratie, dynamisch tekenen voor ontspanning, tekenen of schilderen voor de verwerking van emotionele problemen en verschillende Ik-versterkende oefeningen. Zo laat ik een kind bijvoorbeeld een levensgrote tekening maken van zichzelf. Een half uurtje kunstzinnig bezig zijn is dan ook een waardevolle aanvulling op de Davis-methode die de leerproblemen aanpakt en het denken aanspreekt. Typische Davis-oefeningen die ik inzet zijn bijvoorbeeld het kind het alfabet en de getallenreeks laten maken van klei. Die letters gebruiken ze daarna om woorden mee te spellen. Door zelf het woord te leggen, met de zelfgemaakte letters én doordat het woord letterlijk voor hun neus ligt, kunnen ze het zich inprenten en opslaan in hun hoofd. Spellen ze het verkeerd, dan vraag ik ze het plaatje van het woord – in gedachten – in de zelf getekende vulkaan te gooien. Dat is belangrijk omdat ze op die manier het foute beeld vervangen door het juiste. Op school mogen ze verkeerde antwoorden niet doorstrepen of verwijderen. Het woord moet 'intact' blijven, tussen haakjes geplaatst. Nou, daar ga je alweer. Zo'n verkeerd gespeld woord blijft dan dus hangen.
De manier waarop ik werk, verschilt met die van een reguliere dyslexie therapeut. Die werkt niet met beelden, maar gaat uit van de herhaling. Dat is dus niet nodig als je de beelden inprent. Alle werkjes die de kinderen maken, dus woordbeelden, cijferreeksen, vormtekeningen et cetera fotografeer ik en plakken ze in hun schrift. Zo kunnen ze het nogmaals bekijken en inprenten.
Onlangs schreef ik een brief aan de uitgever van een rekenboek. Ook zo'n rekenboek dat vol staat met tekst en plaatjes. Bij mijn brief had ik drie voorbeelden gedaan van hoe het wel werkt, want naar mijn idee – als beelddenker – kunnen ze niks met alleen een brief. Ze moeten het voor zich zien. Daar waren ze ontzettend blij mee. Ze krijgen regelmatig commentaar van mensen, maar niemand komt ooit met een geslaagd alternatief. Van mij kregen ze dat wel. Ze komen er inmiddels dus achter dat het gewoon echt niet werkt, want er komen steeds meer kinderen met leerproblemen en ze gaan terugkomen op dit soort boeken.
Ik ben inderdaad 70 jaar en nog steeds aan het werk. Het werken met kinderen is gewoon zo ontzettend leuk! Zelfs mijn kleinkinderen komen bij mij in de praktijk, voor bijles. Over anderhalf jaar moet ik me weer opnieuw registreren. Ik heb besloten dat nog één keer te doen. Daarna ben ik 75 en dan is het klaar. Ik denk dat het dan mooi is geweest...'
Praktijk voor kunstzinnige therapie & dyslexie Ina Gaus